Hooggevoelig en autisme
Hooggevoeligheid en autisme lijken op het eerste gezicht veel op elkaar. Beide worden gekenmerkt door gevoeligheid voor prikkels, een sterke behoefte aan rust en structuur en moeite met sociaal contact. Toch zijn er belangrijke verschillen. Hooggevoelig zijn wordt gezien als een karaktereigenschap, terwijl autisme officieel een stoornis is. Het is belangrijk om te begrijpen wat hooggevoeligheid en autisme precies betekenen en hoe je kunt herkennen of jijzelf of je kind hooggevoelig of autistisch is. Dit helpt om meer inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen tussen hooggevoeligheid en autisme.
Wat betekent hooggevoeligheid en autisme?
Hooggevoeligheid, ook wel HSP (Highly Sensitive Person) genoemd, is een eigenschap waarbij iemand intenser reageert op fysieke, sociale en emotionele prikkels. Hooggevoelige personen verwerken informatie dieper en merken vaak meer details op dan gemiddeld. Dit kan zich uiten in gevoeligheid voor geluid, licht en emoties van anderen. Hoewel dit veel voordelen kan hebben, zoals empathie en creativiteit, kan het ook leiden tot overprikkeling.
Autisme, officieel autismespectrumstoornis (ASS) genoemd, is een neurobiologische aandoening. Het beïnvloedt hoe iemand informatie verwerkt en sociaal functioneert. Mensen met autisme hebben vaak moeite met communicatie, sociale interactie en flexibiliteit in gedrag en denken. De gevoeligheid voor prikkels kan bij autisme zowel over- als ondergevoeligheid omvatten. Bijvoorbeeld een extreme gevoeligheid voor harde geluiden, maar juist weinig waarneming van pijn of honger.

Overeenkomsten tussen hooggevoeligheid en autisme
Er zijn opvallende overeenkomsten tussen hooggevoeligheid en autisme. Beide groepen zijn gevoelig voor prikkels, zoals geluiden of emoties, en kunnen hierdoor snel overprikkeld raken. Deze overprikkeling kan leiden tot terugtrekken, boosheid of vermoeidheid. Ook hebben mensen in beide groepen vaak een sterke behoefte aan structuur en rust. Dit helpt hen om de hoeveelheid prikkels te beperken en overzicht te houden.
Daarnaast zijn zowel hooggevoelige personen als mensen met autisme vaak perfectionistisch en gericht op rechtvaardigheid. Ze nemen hun verantwoordelijkheden serieus en hebben een voorkeur voor diepgaande gesprekken. Door deze overeenkomsten kan het soms lastig zijn om onderscheid te maken tussen hooggevoeligheid en autisme.
Verschillen in prikkelgevoeligheid
Hoewel beide groepen gevoelig zijn voor prikkels, uit deze gevoeligheid zich anders. Hooggevoelige personen zijn vooral gevoelig voor externe prikkels zoals emoties, sferen en geluiden. Ze kunnen deze prikkels intens beleven en diep verwerken. Bij autisme kan er sprake zijn van zowel over- als ondergevoeligheid. Iemand met autisme kan bijvoorbeeld extreem gevoelig zijn voor harde geluiden, maar tegelijkertijd weinig waarnemen van interne prikkels zoals honger of pijn.
De manier waarop overprikkeling zich uit, verschilt ook. Hooggevoelige personen blijven vaak empathisch en gevoelig in hun reactie, zelfs als ze overprikkeld zijn. Mensen met autisme kunnen zich daarentegen afsluiten en minder empathisch of ongevoelig overkomen, hoewel dit niet betekent dat ze geen gevoelens hebben.
Sociale interactie en communicatie
Een belangrijk verschil tussen hooggevoeligheid en autisme is hoe sociale interactie wordt ervaren. Hooggevoelige personen pikken vaak subtiele signalen en emoties op. Ze kunnen zich goed inleven in anderen en reageren empathisch. Dit maakt sociale interactie meestal makkelijker voor hen, zolang ze niet overprikkeld zijn.
Bij autisme is dit anders. Mensen met autisme hebben vaak moeite met het interpreteren van sociale signalen en verwachtingen. Ze kunnen bijvoorbeeld niet goed inschatten wat een ander nodig heeft of verwacht. Dit komt door een verminderde cognitieve empathie, hoewel emotionele empathie wel aanwezig kan zijn. Hierdoor ervaren anderen hen soms als minder begripvol, terwijl dit niet per se het geval is.
Oorzaken en achtergrond
De oorzaken van hooggevoeligheid en autisme verschillen aanzienlijk. Hooggevoeligheid is een aangeboren eigenschap die wordt beïnvloed door een verhoogde activiteit van het centrale zenuwstelsel. Bij hooggevoelige personen worden meer hersengebieden actief tijdens het verwerken van informatie, wat zorgt voor een diepe verwerking.
Autisme daarentegen wordt veroorzaakt door neurologische verschillen in het brein. Er zijn drie hoofdproblemen bij autisme: centrale coherentie (het geheel overzien), executieve functies (plannen en organiseren) en theory of mind (het begrijpen van andermans perspectief). Deze verschillen in hersenfunctie maken het lastiger voor mensen met autisme om flexibel te zijn en sociale interacties te begrijpen.

Herken jij jezelf of je kind in hooggevoeligheid of autisme?
Als je twijfelt of jijzelf of je kind hooggevoelig of autistisch is, is het belangrijk om de kenmerken goed te bekijken. Let bijvoorbeeld op hoe iemand reageert op prikkels. Is er sprake van over- of ondergevoeligheid? En hoe verloopt de sociale interactie? Bij hooggevoeligheid speelt empathie een grote rol, terwijl autisme vaak gepaard gaat met uitdagingen op dit gebied.
Het is ook goed om te weten dat hooggevoeligheid geen stoornis is en geleerd kan worden te beheersen. Met de juiste ondersteuning kunnen hooggevoelige personen hun gevoeligheid omzetten in een kracht. Bij autisme is dit anders. Hoewel een positieve omgeving kan helpen, blijven de neurologische verschillen bestaan.
Advies nodig?
Wil je meer weten over hooggevoeligheid? Ik, Jorieke Kroeze, bied deskundig advies en begeleiding. Neem gerust contact op voor een persoonlijk gesprek en ontdek hoe je om kunt gaan met hooggevoeligheid. Zo krijg je helderheid en praktische handvatten om verder te komen.
Groetjes,

